Binnen een halve seconde is hij op de onderzoeksbank geklommen, daar weer vanaf gesprongen en staat hij nu met grote ogen naar het beeldscherm te turen. Een tijdje geleden bezweek zijn linkerarm onder zijn springerige aard waarna er twee TEN-pennen in zijn gezet. Aangezien we verwachten dat deze hyperactieve zesjarige nog zal groeien willen we het materiaal graag weer verwijderen. Aandachtig kijkt hij naar de foto van zijn arm en knikt instemmend als er besproken wordt een operatie te plannen. Sommige kinderen barsten al in tranen uit als je de o van operatie uitspreekt, maar deze energieke jongeman deinst nergens voor terug. Ook niet voor zijn zusje, die hij als olijk intermezzo rondjes rennend door de spreekkamer tegen de muur drukt. We hebben behoorlijk wat van onze OK-capaciteit in moeten leveren. Zijn ‘dit hoeft niet nu meteen’ operatie zal dus even moeten wachten. De physician assistant weet zijn aandacht te trekken en gaat het gesprek met hem aan. “Weet je wat Corona is?” vraagt hij aan onze patiënt. Hij is even stil, kijkt naar de hoek van de kamer en antwoordt dan met een overtuigde langgerekte “Jaaa”. “Dat je thuis moet blijven”, vervolgt hij. Zowel PA, moeder als ik schieten in de lach. We kunnen er veel doekjes om winden, nuancering in aanbrengen, de vaccinatiegraad nog eens aanstippen en de druk op de zorg nogmaals benoemen. Maar eigenlijk wordt het geheel hier duidelijk samengevat in één simpele zin. Zo’n kinderbrein is zo gek nog niet.
Emma