Ik hoor mezelf al schreeuwende overdreven articuleren. Ze draait "haar goede oor", naar mij toe, kijkt moeilijk en schudt vervolgens afkeurend haar hoofd. "Ik hoor niet wat ze zegt hoor" mompelt ze en kijkt demonstratief de andere kant op. Ik slaak een diepe zucht en herpak mezelf. Rollend op mijn krukje cirkel ik om haar heen als een roofdier die boven zijn prooi hangt en weet haar aandacht opnieuw te trekken. Ik snap eigenlijk ook wel dat het voor haar belachelijk frustrerend moet zijn. Op je 83e op een overvolle spoedeisende hulp, geen partner of familielid die je verhaal tot een coherent geheel kan brengen. Naast je bed een jonge fluisterende dokter die vragen stelt waar je überhaupt zo'n 10 jaar al geen antwoord meer op weet. Mijn telefoon gaat, ik excuseer me en loop haar kamer uit. Even later kom ik bij haar terug met een plan en probeer dit hard, duidelijk en toch vriendelijk op haar over te brengen. Ze lijkt aandachtig te luisteren, maar ik heb geen idee of ze me eigenlijk wel hoort. Ik ben even stil en kijk haar verwachtingsvol aan. Dan verschijnt er een lach op haar gezicht en ze pakt instemmend mijn hand. "Ik ben blij dat u er bent, die dokter van net kon ik echt voor geen meter verstaan!"
Emma