Mijn collega schuift met een zucht tegenover mij aan voor de lunch. Ik begrijp haar zucht onmiddellijk zonder enige toelichting. Het is vrijdag, de zaal sleur is voor ons allebei toegeslagen en in ons hoofd zijn we al bij de vrijdagmiddag borrel. Toch blijkt er nog een extra component in haar zucht verborgen. Vanmorgen liep ze visite bij een patiënt waar ze al de hele week voor zorgt. Een oudere man, vaatpatiënt, met een dierentuin in de gemene wonden op zijn gevoelloze voeten. Er was deze week matig contact te maken met de wat nukkige man, echter vandaag was alles anders. Het moment dat ze de kamer binnenstapte verscheen er een brede glimlach op zijn verrimpelde gezicht. Enigszins verrast stapt ze op de patiënt af en opent haar mond om het gesprek te starten. "Dokter!" roept de man uitgelaten terwijl hij zijn gezicht iets naar links beweegt en zijn wijd opengesperde ogen richt op iemand rechts van haar. Ook zij draait haar hoofd en ziet de coassistent die vandaag aan haar zijde staat. Om precies te zijn de mannelijke coassistent. Vers uit de collegebanken, zijn 2e coschap, en zo'n 2 meter lang. Zij, een mooie blonde vrouw, zo'n 1 meter 70, een zeer adequate dokter. "Wat fijn dat u er bent!" Gaat de man verder. "Ik stond al op het punt om uit mijn slof te schieten, ik heb namelijk de hele week nog geen dokter gezien!"
Emma