Vitamine D is de verzamelnaam voor een groep vet-oplosbare vitamines. In het lichaam wordt vitamine D in de huid geproduceerd onder invloed van ultraviolet licht (zoals zonlicht). Het kan ook uit voeding gehaald worden, zoals vette vis (bijvoorbeeld zalm, haring of makreel), maar de meeste voedingsproducten bevatten te weinig vitamine D om aan de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid te komen (2,5-15 microgram per dag, afhankelijk van leeftijd, geslacht en huidskleur). Ter illustratie: om aan de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid vitamine D te komen, moet je ongeveer twee porties (wilde) zalm eten. Door een gebrek aan zonlicht in de herfst- en wintermaanden wordt er vaak voor gekozen om extra vitamine D in te nemen in de vorm van een supplement.
Vitamine D speelt een cruciale rol in de botgezondheid: een tekort aan deze vitamine kan onder andere leiden tot (versnelde) botontkalking of in het ernstigste geval Engelse ziekte (rachitis). Daarnaast is er de laatste tijd ook veel aandacht voor de rol van vitamine D op het voorkomen van hart- en vaatziekten en kanker. Voor deze veronderstelde gezondheidseffecten bestond lang geen sterk bewijs. In 2018 werd er echter een grote gerandomiseerde klinische studie gepubliceerd die hier meer uitsluitsel over gaf. In dit artikel vatten wij de belangrijkste bevindingen van deze studie samen. We richten ons daarbij specifiek op de invloed van vitamine D op het voorkomen van kanker.
Lees hier het uitgebreide artikel op Medicus Online