De ochtendvisite beweegt in een witte waas langs de bedden. Middels het alom bekende vriendelijke knikje probeer je op beschaafde wijze je interesse en medeleven aan de patiënt te tonen zonder medelijdend of slaperig over te komen. Het gevolg splitst in twee en ineens vind je jezelf op een "prime location" in de kamer aan het voeteneind van het bed. In deze nieuw verworven positie durf je de behandelrelatie naar een hoger niveau te tillen door een "goedemorgen" toe te voegen aan het eerder beschreven expressieve knikje. De endotracheale tube wordt verwijderd en onder begeleiding van het aanmoedigende commentaar "goede hoestreflex" van de arts ontsnapt er een klodder slijm uit de achtergebleven opening. Met kracht vliegt de klodder door de kamer en belandt vol overgave op je daarjuist nog schone witte jas waarbij de spetters in je hals spatten. "Oh ja" zegt de verpleegkundige, zijn glimlach nauwelijks onderdrukkend. "Ik had misschien moeten zeggen dat je beter niet daar kan staan". Enigszins beteuterd kijk je je mede-co aan, "ik ga even een schone jas halen" zeg je terwijl je ongecontroleerd een liter handalcohol over jezelf heen pompt.
Emma